Heggen geplant voor de toekomst

500 meter aan sleedoorn, meidoorn & hondsroos

Van oudsher was het boerenland in Nederland een mozaïek van akkers en weilanden, omrand door heggen en hagen. Door schaalvergroting en ruilverkavelingen zijn landelijk meer dan 225.000 kilometer aan heggen verdwenen. Toch hebben heggen en hagen een toekomst in ons landschap: ze leveren een oplossing aan diverse problemen waar we in onze tijd mee kampen. Zo leggen ze CO2 vast, helpen dragen bij aan een beter klimaat, dragen bij aan plaagbestrijding, vergroten de leefbaarheid voor de mens én geven een enorme impuls aan de biodiversiteit. Vogels zoals geelgors, roodborsttapuit en grasmus vinden er nest- en schuilgelegenheid; bestuivende insecten zoals vlinders en bijen vinden er voedsel en kleine zoogdieren zoals egels gebruiken ze als snelweg.

Om deze redenen heeft het Biodiversiteitteam (B-Team) Goirle-Riel steeds gepleit voor meer heggen en hagen in gebiedsontwikkeling “Zuidrand Goirle”. Landgoed Gorp en Roovert, een belangrijke partij in deze gebiedsontwikkeling, heeft dit
samen met het B-Team opgepakt. In het landbouwgebied achter de Leij hebben zij circa 500 meter heg aangeplant, langs de steenweg naar Gorp. In het Leijdal zelf -dat ook onderdeel is van Landgoed Gorp en Roovert- heeft het B-Team nog meer heggen en struwelen aangeplant. In totaal hebben op 12 en 19 maart hebben 15 vrijwilligers de handen uit de mouwen gestoken om het landschap te verfraaien. De aangeplante soorten zijn eenstijlige meidoorn, sleedoorn en hondsroos. Deze soorten laten zich goed snoeien als heg.

De ontwikkeling van het gebied achter de Bergstraat is nog in volle gang, ook de recreatieve infrastructuur (wandelpaden e.d.). Gorp en Roovert is een particulier landgoed waar veel paden zijn opengesteld voor publiek, maar de afgelopen tijd
zijn paden gewijzigd en verlegd en zijn tijdelijke olifantenpaadjes ontstaan. Goede communicatie is hierbij essentieel. Het B-Team dringt er daarom bij Landgoed Gorp en Roovert op aan om een goede omgevingsdialoog te voeren over het
recreatieve wandelnetwerk.

Rob van Dijk