Nieuws van de Werkgroep Leijdal - Zuidrand

In 2021 hebben we voor het eerst werkzaamheden uitgevoerd in het nieuwe natuurgebied achter de Leij, een gebied dat het nog steeds zonder naam moet stellen. Een deel van dit gebied (ten westen van de Molendijk) staat van oudsher bekend als de Vloed, maar voor het gedeelte achter het Verpleeghuis zou misschien ooit nog een prijsvraag uitgeschreven moeten worden? Hoe dan ook, we zijn dit voorjaar en zomer doorgegaan met onze betrokkenheid op drie vlakken: exotenbestrijding, natuuronderzoek en beheeradvies.

De exotenbestrijding richt zich vooral op Aziatische duizendknopen, woekerende planten die vooral nog groeien langs het trambaantje en het aangrenzende, nieuw aangeplante bos. We graven de wortelstokken uit en voeren die vervolgens af. Het blijkt dat onze inspanningen succesvol zijn: we hebben weten te voorkomen dat scheuten afkomstig van talloze losse stukjes wortel zijn uitgegroeid tot nieuwe haarden. Ook hebben we het gewaagd om bestaande haarden met armdikke wortels uit te graven. Een tweede invasieve exotische planten soort die we in het gebied proberen uit te roeien, is het “rossig vederkruid”. In het artikel Een nieuwe soort, en hoe je hem uitroeit... wordt deze uitgebreider beschreven.

Oranje zandoogje in de berm langs de steenweg naar Gorp

Het natuuronderzoek heeft zich vooral gericht op planten, vogels en dagvlinders. In dit artikel willen we wat uitgebreider ingaan op de dagvlinders. De hooilandjes in het gebied zijn in de zomer al door veel verschillende soorten bezocht. Uiteraard zagen we algemene soorten die je ook in de tuin tegenkomt, zoals dagpauwoog, atalanta, koolwitjes etc. Maar ook zijn er al veel typische graslandsoorten aangetroffen: hooibeestje, bruin zandoogje, oranje zandoogje, groot dikkopje en icarusblauwtje. Deze laatste soort legt haar eitjes op verschillende soorten klaver, die in grote aantallen in het gebied groeien. Bijzonder is de vondst van de kleine parelmoervlinder. Dit is een zeldzame soort die thuishoort in schrale kruidenrijke graslanden. De vlinder legt de eitjes op akkerviooltjes die in de aangrenzende akkers groeien.

Kleine parelmoervlinder - Foto: Ge van 't Hoff commons.wikimedia.org

Met een goed maaibeheer zullen de aantallen vlinders verder toenemen. Daarom
hebben we de eigenaar van het natuurgebied geadviseerd over het maaibeheer.
Belangrijk is dat voldoende vegetatie in het najaar blijft staan, omdat daar juist de
rupsen van veel vlindersoorten overwinteren. Daarbij is het belangrijk dat delen
waar nu veel ongewenste ruigtekruiden groeien intensiever worden gemaaid.
Komend voorjaar zullen daarom ook plekken vroeg worden gemaaid, voordat
soorten zoals de ridderzuring zaad zetten. Nu maar wachten op komend voorjaar...

Rob van Dijk