Torenvalk op de Sint-Jan

Vogelnamen kunnen vaak treffend gekozen zijn: ze zeggen iets over het gedrag, geluid of het leefgebied van de vogelsoort waar het om gaat. In geval van de torenvalk is duidelijk dat deze mooie roofvogel zich vroeger graag ophield in de omgeving van torens. Het is van oudsher een rotsbewoner, die in een kerk- of kasteeltoren een rotslandschap met spleten en richels ziet. Bij gebrek aan geschikte torens broedt de soort tegenwoordig bijna altijd in grote halfopen nestkasten die speciaal voor ze worden opgehangen. Een oud kraaiennest voldoet ook nog wel als huisvesting voor een niet te kritisch torenvalkenpaar.

In Goirle hebben we sinds kort een torenvalk die zijn naam in ere houdt. Bij de toren van de Sint-Janskerk, een monument uit de veertiende eeuw, is dit voorjaar regelmatig gekekker van een koppeltje valken te horen. Kie-kie-kie-kie-kie…! Het lijkt erop dat ze willen gaan nestelen achter enkele pinakels van de toren. Hoogstwaarschijnlijk gaat het om valken die zich eerst ophielden in de leegstaande Havep-fabrieken, die nu gesloopt zijn.

Torenvalken houden van een gevarieerd agrarisch gebied, waar veel veldmuizen te vinden zijn. Het mag geen verwondering wekken dat deze leefgebieden steeds zeldzamer zijn geworden. De torenvalk, ooit onze meest algemene roofvogel, staat dan ook op de Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten. Sinds 1990 is het aantal broedparen met meer dan 50% afgenomen. Gelukkig is er in het nabijgelegen Leijdal voldoende voedsel te vinden. Wie oplet ziet de torenvalken er regelmatig jagen op hun onmiskenbare manier. Ze hangen dan stil in de lucht, op zoek naar veldmuizen: dit wordt ‘bidden’ genoemd. Ga gerust eens kijken buiten.