Dode mezen in nestkastjes in Goirle
Deze week ontving ik een mail van een man die in zijn mezenkast hier in Goirle, dode jongen aantrof. Hij gaf aan te vermoeden dat ze waarschijnlijk zijn vergiftigd door gif bij het bestrijden van de buxusmot. Twee weken geleden kregen we eenzelfde soort melding van pimpelmezen die druk gevoerd werden en plotseling dood in het nestje lagen (zie bijgaande foto). Ook hier bevond de nestkast in een omgeving waar buxus staat. Hoewel de directe relatie met de bestrijding van de buxusmot nog in onderzoek is door het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) is wel aannemelijk dat gif de boosdoener is.
Gif in tuinen en in de landbouw wordt veelvuldig gebruikt. Maar het gebruik ervan staat onder grote druk omdat wereldwijd is aangetoond dat de insectenstand in rap tempo aan het inkrimpen is. Insecten staan aan de basis van de voedselketen en zorgen voor het voedsel van vogels, vleermuizen en andere insectenetende zoogdieren zoals egels. Daarbij zijn insecten ook voor de mens van ongekend grote waarde. Niet alleen als bestuivers en honingproducenten maar ook als afvalopruimers, plaagbestrijders en nog veel meer.
Genoeg reden dus om de achteruitgang tegen te gaan. Daar kunnen we allemaal aan bijdragen door het gebruik van gif in huis en tuin tot nul te beperken en op zoek te gaan naar minder schadelijke alternatieven. Onlangs heeft onderzoek op landbouwbedrijven in Gelderland aangetoond dat gifstoffen zich in de bodem ophopen en jarenlang aanwezig blijven. Zelfs DDT werd nog aangetroffen terwijl dat gif al decennia niet meer wordt gebruikt. Het effect van gifstof als bestrijdingsmiddel is dat het uiteindelijk terechtkomt bij dieren en planten waarvoor het niet is bedoeld. In Goirle zien we dit ook. De uilenwerkgroep controleert jaarlijks broedgevallen van Kerkuilen en Steenuilen. Het zijn dieren aan de top van de voedselketen. Dit jaar blijken de broedresultaten hier opvallend achter te blijven t.o.v. wat te verwachten is en worden dode vogels bij ons gemeld. Tegelijkertijd zien we veel gifgebruik in het buitengebied in de vorm van rattengif in de bermen tot glyfosaat op de akkers. Ook hier geldt dat de directe relatie alleen door onderzoek kan worden aangetoond maar dat betekent niet dat we kunnen wachten met alarm slaan. Wie de rook uit het dak ziet komen denkt ook niet, zolang ik geen vuur zie is er geen brand.
Dat het zo slecht gaat met de insecten en met de natuur in het algemeen is uiteindelijk het gevolg van ons eigen handelen. Het gevolg van de keuzen die u en ik maken. Onbewust voor de gevolgen worden mierendoosjes ingezet om de mieren uit uw keuken weg te krijgen of wordt met onkruidverdelger het terras weer “onkruidvrij gemaakt”. We weten nu dat in mierendoosjes stoffen zitten die tot de z.g.n. neonicotinoïden behoren en berucht zijn voor de sterfte van bijen. Die stof zit overigens ook in vlooienbanden en vlodruppels voor uw hond of kat. In onkruidbestrijdingsmiddelen zitten stoffen die zaden en de bodemfauna met gif besmetten. Vogels eten zowel de zaden als wormpjes met alle gevolgen van dien. Dat die stoffen toch in de handel verkrijgbaar zijn komt omdat er louter wordt getest op de giftigheid voor de mens bij direct contact. Wat die stoffen in de voedselketen doen is iets wat pas de laatste jaren de aandacht krijgt.