Impressie van de vogelcursus
“Kijk, wat een hoop kraaien!”, zei een juf van de opvang eens tegen mijn (toen) driejarige dochter. “Dat zijn kauwen”, was haar reactie. Op een terrasje vertelde zij mij, tot verbazing van de andere gasten, dat er een pimpelmees in de boom zat. De ene vogel is de andere niet, maar dat ziet niet iedereen. En ook ik merk dat ik te vaak niet weet wat ik zie of hoor.
Een koele zaterdagochtend in februari. Een thermoskan met koffie en een vogelgids in de rugzak. Bij gebrek aan laarzen heb ik mijn hoge waterdichte wandelschoenen aangetrokken. Een flinke regenbui heeft het Riels Laag achter zich gelaten, zodat wij als cursisten er onze vogelsafari kunnen starten. Gewapend met verrekijkers, enkele telescopen, maar in het bijzonder de eigen ogen en oren. Vogelen is bewust kijken en luisteren, en genieten van de vele soorten vogels in je omgeving. Dat is toch ook de boodschap die cursusleider Victor ons mee heeft gegeven. En als je eenmaal openstaat voor al dat natuurschoon, dan blijf je je keer op keer verwonderen. Ook over de veelvoorkomende vogels, zoals de geelgors die voor ons lijkt te poseren. En die zo zittend op een dun takje in het eerste straaltje zonlicht van de dag, zelf lijkt te stralen.
De kleine bonte spechten laten zich deze dag niet zo makkelijk ‘pakken’ met de kijker. Met hoge snelheid vliegen ze achter elkaar tussen de boomtoppen. Maar goed, ze ontkomen niet aan mijn vogellogboekje. Tijdens de excursies vult het boekje zich in rap tempo. Met als exclusieve notering de tien kraanvogels die we vanaf de rand van de Oostplas over het zuiden van Tilburg zagen vliegen. Een cadeautje, want ze zijn vanuit Spanje op doorreis naar Scandinavië en maar heel even in Nederland. In de buurt van de Reusel attendeert Victor ons op het geluid van de cetti’s zanger. Dat kleine zangvogeltje laat zich niet snel zien. Ik moet streng zijn: de vele reeën tijdens de excursies zijn prachtige bijvangsten, maar het zijn geen vogels. Die komen er dus niet in.
Tijdens een theorieavond vertelt Victor ons over de trektochten van de kraanvogel. Hij vult basistheorie over vogels aan met informatie bij onze actuele bevindingen. We torpederen hem regelmatig met vragen, waarop hij met mooie anekdotes zijn antwoorden illustreert. We leren dat het roodborstje dat we in de winter zien niet het roodborstje is dat we in de zomer zien. En dat de heggenmus helemaal geen mus is. We sluiten de lessen steeds af met het beluisteren van vogelgeluiden, die we steeds vaker herkennen. De thema-avond over de weidevogel door Marco Renes van Brabants Landschap past mooi in het seizoen. Omdat vogels als de wulp, kievit en grutto zich volop oriënteren op geschikte plekken voor hun eieren.
Voordat ik de vogelcursus van Stichting Biodiversiteit Goirle–Riel volgde ging ik al vaker mee met vogelexcursies. Met mijn oudste dochter doe ik jaarlijks de tuinvogeltelling. En als kind nam ik het geluid van de grutto in de Zuid-Hollandse polders rondom Leiden altijd duidelijk waar. Maar de combinatie van theorie, lokale excursies en een enthousiaste groep cursisten maakt wel dat deze cursus de echte vogelaar in mij wakker heeft gemaakt. Ik weet niet alleen beter welke vogels ik allemaal zie en hoor. Ook onze regio heb ik met andere ogen leren bekijken, beter leren kennen en meer leren waarderen. Tjonge, wat zitten er toch veel spechten in de bosjes rondom het Mill Hill College. Wat een prachtige vergezichten heb je vanaf de Jac. P. Thijsse Toren in Haghorst. En wat heerlijk rustig is het toch op de Regte Heide als diepe plassen de voetpaden overgenomen hebben.
Dank aan alle lieve vrijwilligers die de cursus mogelijk hebben gemaakt!
Bart van Teeffelen