Oeverzwaluwenwand Abcovense plas

Oeverzwaluwenwand Abcovense plas

Aanleiding

De oeverzwaluwenwand aan de Abcovense plas, door de gemeente Oostplas genoemd bestaat sinds 2013. Hij werd op verzoek van ons B-team door de gemeente daar aangelegd. De aanleiding was dat het jaar daarvoor een spontaan gevestigde kolonie van enkele nesten in een zandhoop in de naastgelegen wijk de Hoge Wal was aangetroffen. Na de bouw en aankleding van het terrein is door een werkgroepje “Oeverzwaluw” (Jan, Hans, Piet en Victor) jaarlijks gewerkt aan het geschikt houden van deze locatie voor vestiging van deze bijzondere vogelsoort. Veel werd tijd gestoken in het vullen van gaten, in het korthouden van opschietend riet en in overleg met de gemeente voor afbakening en onderhoud.

Succes na zes jaar

Er was geduld voor nodig maar nu na zes jaar kan gezegd worden dat de gedane inspanningen en investeringen zijn beloond. Hoewel in de voorgaande jaren wel oeverzwaluwen werden gesignaleerd bij de wand kon nooit met zekerheid worden bevestigd dat nesten echt waren bewoond. Dat is dit jaar anders. Eind april werden een tientallen zwaluwen boven de plas gesignaleerd door Han en Hans, het waren gemengde groepen van boeren-, oever- en gierzwaluwen. Hans zag ook oeverzwaluwen in de wand bezig met graven. Dit laatste duidde op nestelgedrag. Ter bevestiging is Victor op 26 mei gewapend met kijker en telescoop een telling gaan doen. Met een uurtje posten, op enige afstand waarbij de gaten in de gaten werden gehouden op invliegende vogels, telde hij 28 bewoonde nesten. Op een totaal van 39 nestgaten is dat een bezetting van maar liefst 72%. Een zeer hoog percentage als we weten dat deze soort wel 2 of 3 broedsels kan voortbrengen per jaar waarbij voor elk nieuw broedsel een nieuwe nestgang wordt geboord. Met nog maar 11 vrije nestgaten over belooft dit straks een strijd onder de 28 paartjes om nestholen ten behoeve van het 2e legsel.

Redenen van succes

De vraag rijst waarom het zo lang heeft geduurd voordat de wand eindelijk werd bewoond. Om deze vraag te beantwoorden duiken we even in de historie van de nestplaats en de broedbiologie van de soort.

In een rapport van de Vogelwerkgroep Midden-Brabant uit 1979 is te lezen dat de oeverzwaluw met 55 nesten aan de Abcovense plas broedde. In datzelfde jaar broedden er ook 45 paartjes aan de Surfplas aan de westkant van Goirle. De nesten waren allemaal in de taluds van de gegraven plassen te vinden. In de jaren die hierop volgden namen de aantallen snel af. Dit conform de algehele trend in Nederland en West-Europa. De taluds verdwenen en de soort was jarenlang afwezig in de gemeente. Zoals boven omschreven kwam de soort in 2012 in een zandhoop in de nabijheid van de Abcovense plas terug.

Geschiktheid van de locatie

Uit Engels onderzoek is gebleken dat oeverzwaluwen bij de nestplaatskeuze zeer terdege rekening houden met de risico’s voor vestiging. Daarbij spelen rust en veiligheid tegen eventuele belagers (sperwers en boomvalken) een grote rol. Is bij het zoeken van een geschikte steile zandwand het op een bepaalde plaats te druk en krijgen roofvogels gemakkelijk de kans in en uitvliegende vogels te verrassen, dan laten ze die wand voor wat het is. Ze zoeken dan een andere plek. Deze kennis werd in de praktijk gebracht bij een andere oeverzwaluwenkolonie, die aan de Leemkuilen in Udenhout. Daar werd na vele jaren succesvol gebruik van een kolonie op een eilandje in de diepe plas dat ondanks het jaarlijks afsteken van de wand, geconstateerd dat de oeverzwaluwen niet meer kwamen opdagen. In 2017 heeft Victor, ook lid van de vogelwerkgroep, het idee geopperd om naast het geschikt maken van de wand door afsteken, ook bomen weg te halen die door roofvogels kunnen worden gebruikt als uitzichtpunt op de nestholen. Het resultaat was verbluffend, het jaar daarop werden er 25 bewoonde nesten gegraven.

Maatregelen

Dit jaar werd daarom in overleg met gemeente door het B-team extra aandacht gegeven aan het optimaliseren van de wand aan de Abcovense plas. Dit houdt in dat nu de wand niet meer grenst aan een stukje land waarop verstorende mensen (hengelaars) kunnen gaan staan maar aan water. Daarvoor is het land weggegraven en om rietopslag te belemmeren is puin onder water gestort. Ook is het hekwerk langs de oever verlengd zodat ook over een grotere afstand van de wand de oever niet kan worden betreden. Tenslotte is de kettingzaag gezet in een aantal te dichtbij staande wilgen waaruit de top roofvogels gemakkelijk zicht hebben op de nestholen. Dit laatste is gedaan door de gemeente maar omdat het niet genoeg was hebben Jan en Victor (met goedkeuring van de gemeente-
opzichter nog een viertal bomen omgezaagd. Al deze maatregelen hebben zich nu uitbetaald. We kunnen nu zeggen dat na vele jaren van afwezigheid, de oeverzwaluw weer kan worden bijgeschreven als broedvogel van Goirle. Met de nog dit jaar te nieuw te bouwen oeverzwaluwenwand aan de Surfplas, waar ook hiervoor het B-team het plan heeft geleverd, is dit een hoopvol vooruitzicht voor de komende jaren.

Victor Retel Helmrich