Terugblik op het uilenjaar 2024 en een bijzondere kerkuil in een nestkast bij vol daglicht.
Aan het einde van het broedjaar blikken we met de uilenwerkgroep terug op het verloop van het jaar en niet minder belangrijk, de broedresultaten van de steen- en kerkuil. De twee uilen die in een beschermingsprogramma zitten.
Met in totaal inmiddels 55 nestkasten in en rond Goirle, Riel en Alphen en meerdere bezoeken per nestkast rukten we in 2024 vaak uit. Gewapend met aanhangwagen, ladder, controlelijsten en goeie zin gingen we langs bij al onze gastgevers. Dit kan bij een woonhuis, maar ook op een boerenerf, in een kerk of open schuur in het veld zijn.
In het voorjaar doen we dit om broedresultaten vast te leggen, in het najaar om de nestkasten schoon en gereed te maken voor het volgende broedseizoen. Tussendoor wordt ander werk verricht zoals bijvoorbeeld het plaatsen van nieuwe kasten of verwijderen van oude kasten, het vervangen van vervallen kasten en het verhangen van bestaande kasten.
Ook dit jaar hebben we met de Vogelopvang in Tilburg meermaals zaken gedaan om gestrande uiltjes uit te zetten in onze kasten. In twee gevallen heeft dit er inmiddels toe geleid dat er broedgevallen uit voort gekomen zijn. Bij de steenuil hebben we dit resultaat helaas nog niet gezien. Een kerkuil laat zich eerder verleiden om, eenmaal uitgezet in een kast, deze kast te zien als zijn ‘thuis’. Kerkuilen zijn honkvast en kunnen jaren op dezelfde plek blijven zitten. Steenuilen daarentegen willen nog wel eens gaan dwalen in de buurt en zijn hun partners minder trouw. Iets meer het gedrag van een flierefluiter dus.
Vorig seizoen hebben we Alphense nestkasten binnen ons bestand gekregen waar jarenlang geen aandacht aan besteed was. De nestkasten van de kerkuil waren daarom toe aan grote schoonmaak. Deze kasten zaten veelal tot net onder de deksel vol met uitwerpselen en braakballen. Het was ons dan ook een raadsel hoe hier nog kerkuilen in konden verblijven. Gewapend met mondkapje en een met water gevulde plantenspuit, hebben we deze kasten heel voorzichtig leeg gemaakt en emmers vol shit verwijderd. Bij dit schoonmaken komt namelijk veel droge stof en bacteriën vrij.
Elk jaar lopen we weer tegen bijzonderheden aan. Zo bleek een kerkuil zijn intrek te hebben genomen in een open duivenkast, hangend aan de buitengevel van een schuur. Precies boven deze kast hangt een felle bouwlamp met sensor. De kerkuil is een uitgesproken nachtuil die overdag in een donkere omgeving zijn rust zoekt en in de nacht gaat jagen. Echter, rust en donkerte ontbraken volledig in dit geval. Bij daglicht verbleef deze uil in zijn open kast en wanneer de kerkuil in de nacht ging jagen en terugkwam, werd hij in het felle licht gezet van de bouwlamp. Hoe het kan dat deze kerkuil daar twee jaar op rij gebroed heeft, is werkelijk een raadsel. Zo zie je maar weer, soms gaan de gangbare theorieën van wat de kerkuil nodig heeft, gewoon niet op. Inmiddels hebben we in de directe nabijheid een geschikte nestkast gehangen om de uil meer comfort te bieden.
Schreven we een paar maanden geleden nog dat het bijzonder natte voorjaar een aanslag was op het broedresultaat, nu blijkt dat het zich in het late voorjaar en de nazomer goed hersteld heeft. Niet eerder hebben we bijvoorbeeld meegemaakt dat een kerkuil zo laat in het seizoen, namelijk pas in augustus, zijn eerste broedsel voortbracht.
Als we dan de broedresultaten van 2024 op een rij zetten, zien we dat er 33 kerkuiltjes geboren zijn. In vergelijking met andere jaren kunnen we spreken van een prima jaar. Kijken we naar de resultaten van de steenuil, dan zien we dat er dit jaar 31 geboren zijn. Aanmerkelijk meer dan vorig jaar, dus ook een prima resultaat.
Nu alle werkzaamheden in het veld weer achter de rug zijn, genieten we bij de uilenwerkgroep een paar rustige maanden van betrekkelijke rust, om vervolgens met spanning het nieuwe broedseizoen van onze uilen weer tegemoet te treden.
Hans van der Schoot
Uilenwerkgroep Uylenspieghel
uylenspieghel@ziggo.nl